Nestkastjes op het terrein van Ada´s Hoeve.

Misschien hebben jullie mij wel eens zien rond lopen en anders zullen jullie zeker de genummerde nestkastje hebben gezien op het terrein van Gilwell Ada’s Hoeve. Mijn naam is Douwe en woon sinds 2019 in de Hanze stad Ommen. Al snel na mijn inburgering ben ik lid geworden van de Vogel werkgroep die weer onderdeel is van de Vereniging voor Natuur en Milieu “de Vechtstreek”, eveneens gevestigd in Ommen. Namens de Vogelwerkgroep onderhoud en controleer ik sinds dit jaar de nestkastjes op het terrein en geniet tevens van de gastvrijheid van Gillwell Ada’s Hoeve.

In maart ben ik gestart met het repareren en het vervangen van oude, niet meer bruikbare nestkasten zodat aan het begin van het broedseizoen alle nestkastjes bewoonbaar zijn. Ook heb ik alle kasten leeg gehaald en schoongemaakt. Bewoners die we hebben mogen ontvangen waren de koolmees, pimpelmees, boomkruiper en bonte vliegenvanger. Laatst genoemde is zelfs helemaal vanuit Afrika naar Ada’s Hoeve gevlogen om daar te gaan broeden. Een (overlevings)tocht van bijna 5.000 km. Door de opwarming van de aarde komen rupsen echter steeds eerder uit en juist dat is de voornaamste voedselbron voor de jonge bonte vliegenvangers. Opvallend is dat de bonte vliegenvanger zich hier uitstekend op heeft aangepast en steeds eerder vertrekt vanuit Afrika om op tijd in Ommen aan te komen. Tijdens mijn nest controles heb ik, ook tot mijn eigen verbazing gemerkt dat ze gelijktijdig zijn gestart met het broeden als de kool- en pimpelmees. De broedduur is met 14 a 15 dagen slechts een fractie langer dan die van bijvoorbeeld de koolmees zodat de jongen gelijktijdig opgroeien en het nest verlaten. Tenminste als alles voorspoedig verloopt, maar daarover later meer.

Zoals al aangegeven hebben er vier verschillende vogel soorten gebroed in de nestkasten, maar over het gehele terrein, buiten de nestkasten om zijn dat veel meer soorten. We mogen ons dan ook gelukkig prijzen met een prachtig stuk natuur met een grote biodiversiteit waar veel dieren zich thuis voelen. En dat dier en mens prima samen kunnen gaan wordt bewezen op Gilwell Ada’s Hoeve. Zo hebben de lijsters gebruik gemaakt van de berging achter het kampstaf huis om succesvol een nest met vier jongen groot te brengen.

Nadat de nestkasten bewoond waren ben ik eind april gestart met een eerste controle en daarop volgend iedere week een nieuwe controle. Een aantal nestkastje hangen of te hoog of zijn door de constructie van de kast niet te controleren. Maar van de 41 controleerbare nestkasten waren er 39 bewoond en slecht 2 stonden leeg. Van deze 39 kasten waren er 17 bewoond door de koolmees, 11 door de pimpelmees, 9 door de bonte vliegenvanger en 2 door een boomkruiper. De kool- en pimpelmezen hadden 6 tot 10 jongen per kast. De bonte vliegenvanger 5 tot 7 jongen en de boomkruiper 7 en 8 jongen. Op het moment van schrijven, zaterdag 3 juni zijn er totaal al 126 jonge vogels uitgevlogen en wonen er 88 nog “thuis” in hun nestkastje. Totaal zijn dat dus al meer dan 200 jonge vogels en dan zijn er ook nog een aantal die nog op eieren zitten van of hun eerste of tweede leg. Dat zijn prachtige aantallen. Helaas is er ook predatie geweest bij een drietal nestkasjes. Tweemaal was een koolmees nest het slachtoffer en eenmaal een bonte vliegenvanger nest. Maar zo is nu eenmaal de natuur en ook de predatoren moeten eten en hebben eventueel zelf jongen die gevoed moeten worden. Verdrietiger vind ik het dan ook dat ik in twee nestkastjes van de bonte vliegervanger dode jongen aantrof. In beide gevallen waren de jongen slechts enkele dagen oud en de nestkastjes hingen dicht bij elkaar. Verstoring door mensen acht ik uitgesloten aangezien beide nestkasten op enkele meters verwijderd van het pad hingen terwijl nestkasten die direct aan het wandelpad hingen uitstekende broed resultaten hebben laten zien. Waaruit maar weer blijkt dat mens en dier prima samen kunnen gaan indien men er met respect mee omgaat. Geniet van de vogels, maar op gepaste afstand en bij voorkeur met een verrekijker. En wil je meer zien van broedende en jonge vogels? Neem dan eens een kijkje op: “Beleef de lente” van de vogelbescherming.

Hieronder enkele foto’s van de vogels die gebroed hebben in de nestkasten en van de lijster die gebroed heeft in de schuur achter het kampstaf huis.

Douwe Wijma – vogelwerkgroep ‘De Vechtstreek’. 

vogels boomklever vogels lijster op nest vogels pimpelmees vogels bonte vliegenvanger vogels jonge mezen in nest

Vlnr: boomklever, lijster op het nest, pimpelmees, bonte vliegenvanger, jonge pimpelmezen in het nest

6 03a totempaal bij schapenschuur 1995De totempaal bij de ingang stond voorheen naast de schapenschuur.
Deze totempaal is in de jaren 1974 - 1980 gemaakt door Hans Hogenbirk. Daarvoor is de laatste iep die op Ada's Hoeve stond gebruikt. Deze boom was al omgezaagd vanwege het gevaar van iepziekte. Vlak na de plaatsing bleken er al diverse insecten in de paal huisvesting te hebben gevonden. Die zijn met allerlei chemische middelen bestreden.
Mede dankzij enkele restauraties heeft de paal het toch nog ruim 30 jaar uitgehouden. In 2011 was hij echt niet meer te redden. Maar er bleek toch een andere oplossing te zijn. Dankzij een schenking kon de paal in ijzer worden gegoten.
De paal is zo goed mogelijk gerestaureerd en daarna bij gieterij Borcherts in Hoogezand Sappemeer in gietijzer gegoten. De paal staat nu bij het karrenhok te pronken. Zo kan ie weer een heeeeeeele tijd mee en blijft weer een stukje Ada's Hoeve historie bewaard.

En inmiddels staat er ook weer een iep op het terrein: voor het Jamboreehuis.

 

totempaalOp het Jongensveld staat een bijzondere totempaal. Het is het meest centraal gelegen veld van Gilwell Ada's Hoeve en werd daarom vroeger gebruikt als verzamelplaats en hier werden dan ook de landelijke kampen en de landelijke Scoutingwedstrijden geopend. De totempaal is gebeeldhouwd door twee scouts uit Singapore, CHUNG Sai Hong en zijn broer HAN Kim Sen en werd in 1960 ter gelegenheid van de 3e lndaba geplaatst. De paal werd per schip naar Rotterdam aangevoerd en van daar met een vrachtauto met oplegger naar Ommen gebracht. De paal is 13,65 meter hoog.
De paal is voor het laatst in 2020 grondig geresatureerd. Toen zijn ook de horens weer geplaatst. Waarschijnlijk wel in een andere dan de originele vorm,want daar waren geen foto's meer van.

Chung is in 1973 en 1979 nog op Ada's Hoeve geweest en mailde in 2019 met de vraag of de totempaal er nog stond. Gelukkig konden we hem geruststellen. Het is nog steeds de trots van het terrein.
Naar aanleiding van dit contact mailde Chung, inmiddels 80 jaar, ons nog wat informatie en historische foto's.

De beginletters van de Engelse naam van de van bovenaf afgebeelde dieren vormen een spreuk.
ANTWOORD: Be Prepared (Weest paraat, het motto van Scouting indertijd); Bavian (Baviaan), Eagle (Adelaar), Porcupine (Stekelvarken) Rinoceros (Neushoorn), Emu (soort struisvogel), Panther (Panter), Anteater (Miereneter), Raindeer (Rendier),Elephant (Olifant), Dolphin (Dolfijn)

Iplaatsen van de totem-1n de zomer van 1960 werd ter gelegenheid van 50 jaar verkennen in Nederland in Ommen de derde Wereld-Indaba gehouden. De uitgebreide voorbereidingen voor dit kamp vonden hum klimax in de week voor de opening. Een groot aantal voortrekkers en leiders van op de terreinen werkzaam onder leiding van de legendarische oubaas Beekes. Op het Jongensveld was reeds aangekomen een gigantische totempaal, zorgvuldig verpakt in veel jute die gemaakt was door twee scouts uit Singapore.

 

iep van ype 01Vroeger stonden er een aantal iepenbomen op het terrein. Deze zijn echter in verband met de dreiging van de iepenziekte gekapt. De laatste iep is gebruikt om er een totempaal van te maken. Die staat nu - in gietijzer - bij de ingang.
Ype Jansen was bestuurslid van Scouting Nederland in de jaren rond 1980. Hij was o.a. verantwoordelijk voor de kampeerterreinen. Bij zijn vertrek in 1989 werd een iep geplant op Gilwell Ada´s Hoeve. Helaas.....  deze iep heeft het niet overleefd en het terrein moest het lange tijd zonder iep doen.
Op 5 november 2011 is een nieuwe goudiep geplaatst en door Ype zelf onthuld. Daarmee heeft Ada´s Hoeve weer een iep op het terrein. We hopen dat die het wel jaren volhoudt.

 

4 36 1926 uit fotoboek Titus Leeser 2 via Theo Snijder10 12 2020 000121Het eerste leidersveld is de bakermat van de Gilwell training in Nederland. Al vanaf 1923 werden 'padvindersleiders' hier getraind. Later, toen er meer cursussen werden gegeven en ook de welpenleiding meedeed werd ook het tweede Leidersveld in gebruik genomen. 

Op beide velden stond een 'store'. Hier werden de kampeermaterialen opgeborgen en kon de cursusstaf bivakkeren als er een training werd gegeven. De deelnemers kampeerden in nesten of patrouilles in de verschillende hoeken van het terrein. Op het eerste leidersveld waren dit de hoeken voor de uilen, de houtduiven, de koekoekken, de spechten en de roeken.

historie-kampvuurDe kampvuurkuil van Gilwell Ada's Hoeve is één van de grootste van de labelterreinen in Nederland. De capaciteit van de kuil is ongeveer vijfhonderd personen maar met wat inschikken kunnen er nog wel honderd bij en als er zeshonderd ingaan, dan lukt het ook om er met zevenhonderd mensen in te kunnen. De acoustiek is uitstekend en je kunt - ook bij een gevulde kuil - beneden gewoon praten en bovenaan goed verstaanbaar zijn. Het gezang klinkt dan als een klok tot in de wijde omtrek. Vaak wordt er in de zomervakantie voor de kamperende groepen een gezamenlijk kampvuur georganiseerd.

De veldnamen op Gilwell Ada's Hoeve zijn niet zomaar uit de lucht komen vallen. Sommige namen bestaan al vanaf het begin van het terrein, andere zijn er later bijgekomen.

leidersveld 1 bij 1e cursusDe leidersvelden

'Leidersveld 1' en 'Leidersveld 2' zijn al bekend vanaf de start van het Gilwell Ada's Hoeve als scouting terrein. Ze waren van oorsprong gereserveerd voor cursussen en hebben daarom deze naam gekregen. Nog lange tijd was kamperen op deze velden alleen toegestaan voor trainingskampen en voor gehandicapte groepen, omdat er een wasgebouw bij het terrein hoorde. Pas vanaf circa 1990 wordt er ook door andere groepen gekampeerd.

Singel

Op de Singel waren drie velden: Singel A, B en C. Deze heten vanaf 14-7-2002 Singel, Larinkmars en ZV 278.
ZV278 is genoemd naar een klusteam dat al 25 jaar helpt bij het beheer van Gilwell Ada's Hoeve. Deze club ontstond in 1974 tijdens een Gilwell cursus op het terrein. De leden hebben al die tijd contact gehouden en zijn actief op het terrein.

Jan Houtman

Een bijveldje van Laarsmanshoek is Jan Houtman genoemd. Jan Houtman was een Ommer verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. De Jan Houtmanstam uit Dalfsen was op vrijdag 2 november 2001 te gast op Ada's Hoeve om het veldnaambordje te onthullen.

Groningen

Het terrein Groningen is gemaakt rond 1975, toen Karel Budde Beheerder was. Karel kwam uit Groningen en noemde het terrein Groningen. De beheerders na de Budde's (Henk en Laura Teunis) kwamen uit Hardenberg, Het veld werd toen hernoemd en heette Hardenberg. 'Het terrein werd immers genoemd naar de plaats waar de beheerder vandaan kwam'. Niet iedereen van de toenmalige kampstaf was het hiermee eens. En toen de volgende beheerder aantrad (Jacob Knol, die uit Groningen kwam) werd het terreintje weer Groningen. Die naam heeft het gehouden.
kaart 1924 groot

De Roggevelden   

De 'Roggevelden' waren tot ongeveer 1950 inderdaad roggevelden. Ze waren nog niet gesplitst, maar vormden één geheel.
Op oude kaarten kun je dat nog goed zien.

Overige terreinen

'Purmerend', 'Zwitserland', 'Bloemendaal' en 'Meppel'kregen hun naam omdat de eerste groepen die hier kampeerden daarvandaan kwamen.
Een deel van Zwitserland is in 2002 afgesplitst en heet nu Anloo. De naam Anloo werd gekozen omdat deze Drentse plaats zo'n 50 jaar ruimte bood aan het Noordelijk Pinksterkamp die in dit Drentse dorp werden gehouden

4 18 de jonge verkenners in 1911'Jonge Verkenners'
en 'Gouden Pijl' zijn de namen van gelijknamige Haagse groepen.
Jonge Verkenners was de naam van één van de eerste padvindersgroepen van Nederland (zie foto rechts). De groep ontstond in 1911 Den Haag en maakte gebruik van het landgoed Duinrell dat eigendom was van Baron van Pallandt. 

In het 'Duivenbos' nestelden van oudsher veel houtduiven. Er was een Klein- en een Groot Duivenbos. Dit laatste terrein bevond zich tegenover het huidige Jamboreehuis.

'Laarmanshoek' en de 'Hoek van Ruys' zijn lokale veldnamen.

De 'Renbaan' dankt zijn naam aan de gebogen vorm van het veld; een oude arm van de rivier de Vecht.