Gilwell Ada's Hoeve
De eerste steen van het boerderijtje Gilwell Ada's Hoeve werd gelegd op 8 september 1853 door A.P.A. (Ada) Gravin van Regteren van Appeltern. Waarschijnlijk had het de functie van tolhuis. De boerderij werd in 1911 gekocht door Baron Mr. R. van Pallandt van Eerde en was toen één van de 23 boerderijen die tot het bezit van het Landgoed Eerde behoren. In 1913 overleed de Baron en zijn neef Philip erfde het bezit en werd de nieuwe Baron van Pallandt van Eerde.
Baron Philip van Pallandt werd al in 1911 enthousiast voor de toen pas opgerichte padvindersbeweging. Vanaf 1913 kampeerden er padvinders op het Landgoed Eerde, waarvan ook Gilwell Ada's Hoeve deel uitmaakte.
In het najaar van 1922 werd Gilwell Ada's Hoeve speciaal gereserveerd voor scouting. Op 9 juli 1923 kon de Hoofdverkenner J.J. Rambonnet, de officiële opening van Ada's Hoeve verrichten. Sindsdien wordt er door scouts gekampeerd.
In 1935 werd het gehele terrein Gilwell Ada's Hoeve met huis, nadat het al vele jaren was gehuurd, in eigendom overgedaan aan de NPV (Nederlandse Padvinders Vereniging).
Na de fusie van de vier padvindersverenigingen tot Scouting Nederland in 1973 kwamen er ook steeds meer scouts (en later ook niet-scouts). Zo bleef Gilwell Ada's Hoeve een bruisend landelijk kampeerterrein waar je altijd nieuwe vrienden en vriendinnen ontmoet.
Bekijk ook de andere geschiedenis pagina's voor de rijke historie van dit 100 jaar oude Scouting terrein.
Alle medewerk(st)ers krijgen na hun proefperiode de das van Gilwell Ada's Hoeve. (Dat is niet dezelfde als de Gilwell das. Die krijg je pas als je de Gilwell Cursus succesvol hebt afgesloten.)
De Gilwell Ada's Hoeve das is gemaakt van tartan stof met in de punt de badge van Gilwell Ada’s Hoeve.
De kleuren zijn afkomstig van de Schotse clan Kerr.
Deze Kerr familie is al bekend uit de 12 eeuw en stamt mogelijk af van de Vikingen. De clan kwam in 1066 met Willem de Veroveraar mee uit Frankrijk naar Engeland. De naam komt voort uit het Oud-Noorse 'kjrr' of ‘kjrr’, wat betekent 'moeras bewoner'. Zij woonden dan ook vooral in het moerasgebied rond de Schotse grens. De familie stamt af van twee broers, Ralph en John, die rond 1330 in Jedburgh woonden. Ze bouwden een invloedrijke positie op door pure kracht en vasthoudendheid. In Schotland staat de clan bekend als loyaal maar oorlogszuchtig. Ze vochten onder hun leider, Sir Andrew Kerr, in de Slag bij Flodden Field in 1513, naast koning James IV tegen de Engelsen. Tijdens de verdediging van een van hun Border kastelen, werd gezegd dat de belegeraars dachten dat Kerrs werden geholpen door de 'duivel zelf', zo woest vochten ze. Ze bezaten twee kastelen aan de grens met Engeland. Deze Schotse familie en leefde vooral in Roxburgshire, Ayershire en Aberdeenshire in het noorden van Schotland. De naam komt van ciar, Gaelic voor ‘donker gekleurd’ maar zou ook ‘kracht’ kunnen betekenen. Dit slaat dan op de vechtlustigheid van de clan in vroeger dagen. Zij vochten vaak mee in oorlogen en veldslagen.
In de 15e en 16e eeuw steunden zij het Schotse koningshuis en ontvingen daarvoor titels en grote stukken grond.
In de slag bij Culloden (1746) stonden ze aan de zijde van Engeland.
De Clan Kerr heeft twee erkende tartans, (Kerr Modern) en Kerr (jacht). Er zijn vier clan takken, Kerr van Cessford, Kerr van Ferniehirst, Kerr van Linton en Kerr van Kersland.
Meer lezen over de Kerr clan? Zie Clan Kerr (Wikipedia) én Ferniehirst Castle Home of the Kerrs, Castles Scotland, UK.