Scouting in Ommen
In 1908 ontstonden in Engeland de eerste Scouting groepen. Dat kwam nadat de Engelsman Robert Baden Powell het boekje Scouting for boys had geschreven. De generaal zette daarin uiteen hoe hij jongens verantwoordelijkheidsbesef wilde bijbrengen met behulp van verkenningstechnieken.
Vanaf 1910 ontstonden in Nederland de eerste padvindersgroepen.
Vanaf 1913 kwamen deze op initiatief van Baron Philip Dirk van Pallandt, erfgenaam van landgoed Eerde, naar Ommen. Van Pallandt was actief betrokken bij de Haagse padvinderij. Hij ontving ook padvinders op het landgoed van zijn vader bij Wassenaar. Na zijn erfenis van de landgoederen Eerde en het Laer stelde hij zijn domein beschikbaar als kampeerterrein voor padvinders.
Er werd vooral gekampeerd bij de Steile Oever aan de Regge, later bij Ada's Hoeve aan de Vecht. Hier kreeg de kampleiding in 1922 de beschikking over een eigen (padvinders)boerderij, de Laarhoeve.

Vanaf 1913 kampeerden er padvinders op het landgoed Eerde dat inmiddels in bezit was van Philip van Pallandt. De voortrekkers van de Cariboustam, in 1920 opgericht en voortgekomen uit de Van Pallandtgroep uit Den Haag, waren enthousiast geworden voor de in Amerika opgezette grote kampeercentra, waar groepen konden kamperen op terreinen met grote stores en beschikbaar gesteld materiaal. Met dit als voorbeeld kon met medewerking van Baron van Pallandt het kampeercentrum Kamp Eerde gerealiseerd worden, waar ook Ada’s Hoeve deel van uitmaakte, samen met De Steile Oever, Zeesse en de Wolfskuil.
Vanaf 1923 werd ook het terrein 'Ada's Hoeve' aan de toenmalige Nederlandse Padvinders Vereniging (NPV) verhuurd.
En hoewel er dus al een paar jaar eerder op Ada’s Hoeve werd gekampeerd, hanteren we 1923 als ‘officiële datum’ voor ons kampterrein.
Vanaf 1919 zijn er in het Officers Training Centre Gilwell Park te Chingford bij Londen leiderstrainingen. Dat landgoed was in 1918 aan Baden Powell geschonken door de Schotse landeigenaar en districtscommissaris voor Rosneath William F. de Bois Maclaren als trainingscentrum voor kaderleden en buitencentrum voor Oost-Londense padvinders.
Op de 26ste cursus, later bekend geworden, als de 1ste internationale cursus, deed Thorwald Egidius uit Nederland mee.
Dat wil men in Nederland ook en de NPV krijgt toestemming.
Jacques Vuyk, Harry Veldtman en Jan Schaap volgen deze cursus ook.
Jan Schaap wordt, met enkele assistenten, als Gilwell Ada's Hoeve kampstaf aangesteld.
In 1923 biedt Baron van Pallandt aan om het terrein Ada's Hoeve te gebruiken en vanaf die tijd vinden de Gilwell trainingen hier plaats. De eerste cursus start op 9 juli 1923. Die datum hanteren we als startdatum van het officiële Gilwell Ada's Hoeve.
Het seizoen 1924 startte met een vaste beroepsstaf waarvan hopman Jan Schaap kampleider was en Pom van Voorthuisen bedrijfsleider. Verder was er personeel voor de huishoudelijke belangen en de verzorging van de keuken, woon- en slaapvertrekken.
Dat het Kamp Eerde in een behoefte bleek te voorzien, wees het groeiend aantal kampeerkaarten overduidelijk uit, 840 in 1920,1500 in 1922, 2400 in 1923 en in latere jaren ruim 3000 per jaar. Het aantal kampnachten zal zo rond de 15.000 hebben gelegen.
Bij de foto: Kampstaf voor de Padvindersboerderij in 1924; 3e van links: Jan Schaap
Als je vanaf Ada's Hoeve via de Koesteeg een ijsje gaat halen bij Ekkelenkamp zie je na de hertenkamp aan je rechterhand een fraai huis, de Laarhoeve (Koesteeg nr 5). Vroeger was dit de padvindersboerderij; een soort pension voor leden van de Nederlandse Padvinders Vereniging (NPV).
'Dit was het centrale punt van Kamp Eerde'
Vanaf 1923 is deze boerderij al in gebruik bij de toenmalige padvinders. Vanaf 1928 werd het gehuurd en werden aanzienlijke verbeteringen aangebracht. Zo werd de riolering aangepakt en toiletten op de bovenverdieping aangelegd. De potstal werd verbouwd tot welpenhuis en de logiesruimte werd uitgebreid. De architect A. van Leeuwen wist met al die verbouwingen toch de oorspronkelijke sfeer en stijl te behouden.
Vanaf 1935 kwam de boerderij, samen met gebouwen en terrein van Ada's Hoeve tegen een symbolisch bedrag van Fl 23000,- in eigendom van de NPV.
De boerderij functioneerde als centraal punt bij Gilwellcursussen en grote kampen. Het was 'hoofdkwartier' bij de landelijke patrouillewedstrijden die op Ada's Hoeve werden gehouden, de wedstrijdleiding en de jury logeerde en vergaderde dan op de boerderij. Het was ook een kampplaats voor welpen, die nog niet in tenten kampeerden en andere bijeenkomsten.
Tijdens de tweede wereldoorlog, toen scouting verboden was, werd de padvindersboerderij gebruikt als kaderschool van de Nationale Jeugdstorm.
Na de fusie tot Scouting Nederland in 1973 verliest Ada’s Hoeve de functie van hèt landelijk buitencentrum en wordt activiteitencentrum. Er zijn nog wel regionale trainingen.
De padvindersboerderij wordt in 1975 verkocht. Het heet nog steeds de Laarhoeve en is nu een woonhuis. Kijk nog maar eens goed als je er langs fietst.